Khao Sok National Park
Door: Femke
Blijf op de hoogte en volg Jeffrey en Femke
25 Juli 2013 | Thailand, Kanchanaburi
Vanaf Kanchanaburi hebben we zoals in vorig verslag te lezen is de bus gepakt naar Ban Pong. Deze rit duurde een uurtje en we waren al gauw voor dertig baht op het treinstation. Kaarten voor de nachttrein hadden we voor 330 baht al gekocht in Kanchanaburi dus het was wachten op de trein. We wilden graag op tijd zijn omdat we het allemaal een beetje onduidelijk vonden maar de trein kwam zo goed als op tijd aan. We hadden kaarten voor de tweede klas, wat achteraf echt prima was. Luxe stoelen die gewoon naar achteren konden, veel beenruimte en genoeg te zien aan boord. Wat een beetje vervelend is in Thailand is dat de treinen met de ramen open rijden dus toen het donker werd vlogen er vrolijk vele muggen naar binnen. De derde klas was echt drama, daar waren de stoelen haast planken met een beetje stof erop. In de trein liepen er de hele tijd mensen heen en weer die eten aanboden, dit ging door tot kwart over een 's nachts. Niet echt relaxt als je probeert te slapen. We kwamen om iets voor vier aan in Surat Thani en werden meteen opgewacht door een vrouwtje die ons naar een tour kraampje bracht. Wat een slecht voorbeeld voor de Thaise bevolking waren die mensen. Het was echt een stelletje geldklopperij en we hadden dan ook geen zin de 250 baht te betalen die zij wilden hebben, want we hoorden van veel mensen dat er ook lokale bussen rijden voor minder geld. Bovendien zijn de lokale bussen hier gewoon touring cars en heb je dus veel meer ruimte dan in zo'n minibusje. We zijn dus samen met een Duitse vrouw naar de bushalte gegaan en daar hebben we tot half acht gewacht tot de bus kwam. Eenmaal aangekomen in Khao Sok kwam er meteen een man naar ons toe die ons naar het resort wilde brengen voor 50 baht, helemaal prima dus. We wilden graag naar het Palmview Resort, die we ook echt aanraden voor mensen die ook naar Khao Sok National Park gaan. Die mensen waren zo ontzettend vriendelijk, je werd er haast bang van. We werden super warm verwelkomd met een groot glas drinken door Kong, de oudste zoon van de mensen die we 'papa' en 'mama' moesten noemen. Het waren hele lieve oude mensjes en de zoon was ook super lief. Ze wilden ons eerst de kamers laten zien, een goedkope en een duurdere. De goedkope was open en we hebben dus een duurdere genomen van 650 baht per nacht, prima prijs voor zo'n grote en luxe kamer in een boomhut. De foto ervan kunnen jullie hier onder zien. Echt een boomhut was het niet, meer een huis op palen. In Khao Sok is er een boek wat echt door elke reisgids wordt aangeraden: Waterfalls en Gibbon Calls. We konden het boek kopen maar het was 500 baht en lenen kon ook dus hebben we voor dat laatste gekozen. Ik heb het boek gelezen en daar stond een heel artikel in over een man die vroeger op olifanten en tijgers jaagde, maar nu de beste gids is van het park. Het was echt een super interessant boek maar wilde de plek nu toch wel echt eens zien. We zijn bij de receptie gaan informeren voor tours en kozen ervoor om meteen een halve dagtocht te doen. Kong ging voor ons bellen en had goed nieuws: wij kregen de gids die in het boek stond! Binnen twee uur zouden we vertrekken. Kong heeft toen zelfs mijn backpack helemaal naar de kamer gedragen, dat doen ze hier echt niet allemaal. We hebben gewacht tot Anitsak Chanyoo, beter bekend als Nit er was. Hij heeft ons eerst in de tuin alle vruchten laten proeven, zoete en zure, zo uit de boom. Bij elk plantje wist hij wel iets bijzonders te vertellen. De entree van het park was 200 baht per persoon, de excursie 500 per persoon inclusief water. Toen we eenmaal het park in waren begonnen we aan een zware wandeling die telkens maar bergop en bergaf ging. Omdat we zo lang hadden gereisd (in vergelijking: we waren langer onderweg dan van Nederland naar Bangkok vliegen) was het echt vermoeiend. Je kon wel echt merken dat Nit jagersogen had, elk klein hagedisje en elke kameleon zag hij zitten. Er vliegen super grote vlinders rond in het park en die vond hij ook prachtig. We gingen een stukje off the road en moesten weer over stenen door het water, maar door de regen was er een fikse stroming en werd je flink lastig gevallen door de bloedzuigers. Gelukkig hadden we sokken en dichte schoenen aan. Op een gegeven moment stonden we midden in een stenen formatie in het water en Nit sprong er over stenen vrolijk vandoor omdat hij even op zoek ging naar beren. Wij natuurlijk bang, maar gelukkig geen beer gezien. Toen we even een rustpauze hadden hebben we met een Nederlands gezin zitten praten, die de zoon van Nit als gids hadden. De zoon van de familie had een bloedzuiger op zijn enkel gehad, dat bloedde echt als een gek en het hield ook gewoon niet op. Daarna kwam er een Duitse vent die in zijn eentje 15 km had getrokken door het park en bij hem zaten ze zelfs in zijn nek en in zijn onderbroek. Eindelijk zagen we iets bijzonders, een bril aapje. Hij zag er heel lief uit maar schijnt gemeen te kunnen bijten. We zijn verder off te road gegaan en weer over stenen paadjes en door water stromen heen gegaan. Op de weg terug naar het resort zagen we nog een slang en een vliegende hagedis (lijkt op een klein draakje). Verder ook een makake aapje en weer veel mooie vlinders. Nit bracht ons veilig thuis en heeft nog een rambutan boom leeggeplukt als cadeautje. Hij heeft ook een ring van takjes voor ons gevlochten in het bos. We zijn lekker gaan eten waarbij ik bij het uitdoen van mijn sokken erachter kwam dat één bloedzuiger me toch had weten te pakken. Gelukkig was het bloeden bijna gestopt. Daarna naar onze kamer gegaan. Het was echt een vermoeiende dag en zijn onder de geluiden van aapjes en vogels en insecten heerlijk in slaap gevallen.